Over mij

Het landschap van mijn jeugd werd gekenmerkt door de strakke lijnen in een vlak polderlandschap. Dat er in onze Veneweg een bocht zat, dat was eigenlijk al heel bijzonder. Maar rechtlijnig ben ik nog steeds. Mijn wieg en box stonden dus op een boerderij. Een gemiddeld gemengd bedrijf: akkerbouw en vee. Voor die tijd: niet te groot, niet te klein.

De lagere school stond in het dorpje Rutten, dat ligt noordelijk in de Noordoostpolder, bijna Friesland. Mijn middelbare schoolperiode bracht ik door in Emmeloord. In die periode werd ik ziek. Ik schrijf daar in het boek Plak & Zak over. Daarna studeerde ik aan de Lerarenopleiding Ubbo Emmius in Leeuwarden Nederlands en Engels. Later volgde er een opleiding godsdienstonderwijs aan de Noordelijke Leergangen in Zwolle en daarna nog theologie aan de Katholieke Hogeschool in Amsterdam. Die laatste opleiding maakte ik niet af: in mijn toenmalige werkveld kwamen er andere zaken op mijn pad.

Ik was docent Nederlands, Engels, economie, levensbeschouwelijke en persoonlijke vorming en trainer bij vele cursussen op het gebied van Integrale Ketenbewaking en Kwaliteitszorg in de levensmiddelen- en voedingsmiddelensector. Ik vond, vooraf aan de interne bedrijfstrainingen, het meewerken als uitzendkracht erg leuk. Ik had veel plezier in het overleg met collega’s microbiologie en levensmiddelentechnologie en het begrip HACCP gebruik ik nog steeds: hazard analysis critical control points. De kritische momenten in een productielijn of conserveringsproces zijn technisch natuurlijk interessant, maar mijn rol was het om te kijken naar de werkhouding en discipline m.b.t. hygiene en collegiale correctie. En HACCP is ook op allerlei andere processen van toepassing…

De laatste jaren van mijn arbeidzame bestaan was ik directeur van Monumentenwacht Utrecht, een stichting die eigenaren van monumentale gebouwen adviseert over het beheer en behoud van hun eigendommen. Het was een prachtige tijd, met de meest uiteenlopende uitdagingen. Ik heb ook met veel plezier medewerkers laten scholen en verder heb gebracht dan ze uit zichzelf zouden zijn gekomen.

De herbestemming van o.a. kerken was toen erg actueel. Dat kwam ook dichtbij: ik woon in een VvE die eigenaar is van een neogotisch kerkgebouw en pastorie. Beide gebouwen zijn in 1989 herbestemd naar 36 appartementen. Gelukkig heb ik een ‘hofjeswoning’ in de pastorie en beschik ik over een prachtige tuin.

Samen met mijn vrouw Annemarie ben ik graag in de tuin. Ik heb een tuin om in te zitten, zij werkt er in. Onze woonplek is stedelijk, maar toch ook verstillend. In de tuin ervaar je, met het kloeke voormalige rooms-katholieke kerkgebouw naast je, een bijna monastaire stilte. Op de achtergrond is er het zacht geruis van de stad. In de lente barst het van de mezen en vinken, ’s zomers zijn er de bijen en vlinders. Op zwoele avonden fladderen de vleermuizen in de lucht.

CV

Voor een compleet overzicht van mijn loopbaan verwijs ik naar mijn profiel op LinkedIn.

In Beeld

Dit schilderijtje heeft altijd een prominente plek in mijn ouderlijk huis gehad. Mijn ouders kregen het bij hun huwelijk op 6 juni 1944. Een onbekende schilder uit Kampen? Voor mij representeert het schilderij het ‘oude land’. Het lijkt in de verte op de boerderij van mijn grootouders van moeders kant, Kampereiland. De andere opa had een stadsboerderij in Kampen. Ik heb al vroeg het schilderij ‘geclaimd’. Mijn vader schreef op de achterzijde: dit is voor Wichert. Bij het verdelen van zijn nalatenschap kwam het in mijn handen. Maar aan wie zal ik het kunnen nalaten?

De bouw van de nieuwe woon- en werkomgeving van mijn ouders was revolutionair: in de jaren ’50 werden een paar weken tijd de schokbeton schuren op de uitgegeven kavels neergezet! Ik kan me niet voorstellen welk gevoel dat voor de pioniers, zoals mijn vader, moet hebben gehad. Na het maandenlang graven van sloten en greppels zal de snelheid en efficiency hen verbaasd hebben? Dit reclame filmpje van N.V. Schokbeton geeft een mooie impressie van de bouw.

Het pijltje – als je dat tenminste bovenin het kaartje kunt zien? – wijst naar kavel F9: het gemengd bedrijf dat mijn ouders verkregen in de jaren vijftig. Ik ben er geboren. Het is de plek waar ik op mijn achttiende vertrok. Mijn beide broers bleven er in een maatschap werken en boeren en ze zijn er beiden ook gestorven. De ene in verval, teleurstelling en frustratie, de ander – veel te vroeg en onrechtvaardig – in de kracht van zijn leven. Stoere mannen, beiden dood en ik, fysiek de zwakste schakel van ons drieën, ben nog in leven!

Het huis, de boerderij staat er nog. In vernieuwde staat. Met eigentijdse zonnepanelen. Op de toekomst voorbereid? Mijn schoonzus, de weduwe van mijn broer Harry, blijft boeren en gaat er weer iets nieuws aan toevoegen: ze heeft een bloem-pluk-tuin ingericht.

Met een kleindochter maakte ik een paar jaar gelden een sentimental journey. Ze wilde weten: waar kom jij vandaan? Toen ik met haar mijn ouderlijk huis mocht doorlopen heb ik me verbaasd over de kleine (slaap)kamers, de zolder en het gegeven dat we daar als gezin met acht kinderen, een meisje voor ‘dag-en-nacht’ en vele stagiaires en logees gewoond hebben.

Er was herkenning, maar het was mijn ouderlijk huis toch niet meer. En zo hoort het ook te zijn?